De invoering van een steunmaatregel kan als zodanig niet voortvloeien uit een gerechtelijke beslissing. Een dergelijke invoering vloeit immers voort uit een opportuniteitsbeoordeling, die niet behoort tot de taken en bevoegdheden van een rechter. De nationale rechter dient echter alle algemene of bijzondere maatregelen te treffen die geschikt zijn om de nakoming van de uit het Unierecht voortvloeiende verplichtingen te verzekeren, en zich te onthouden van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag in gevaar kunnen brengen, zoals artikel 4, lid 3, VEU voorschrijft.