De toepassing van het kartelverbod op (handels)agentuurovereenkomsten is een heikel thema dat door de Belgische rechtspraak slechts zeer sporadisch en met de nodige reserves aan de orde wordt gesteld. Het geannoteerde arrest is een gemiste kans om bijkomende klaarheid te scheppen in dit weinig bekende domein. In de huidige stand van het recht gaat het immers niet langer op om te stellen dat agenten die geen of slechts minieme financiële en commerciële risico’s dragen volledig buiten het kartelverbod vallen. De uitsluiting van het kartelverbod geldt thans enkel voor beperkingen die specifiek betrekking hebben op de voorwaarden waaronder de agent de contractgoederen of -diensten namens de principaal moet kopen of verkopen. Op beperkingen die betrekking hebben op de relatie tussen de handelsagent en de principaal, blijven artikel 101 VWEU en artikel IV.1 van het Wetboek van economisch recht daarentegen onverkort van toepassing.